Spelletjes voor onderweg
Zit je lang in de auto met je kind of kinderen, dan kan de verveling nog wel eens toeslaan. Er is weinig bewegingsruimte in een auto, en naar een boekje of spelcomputer kijken kan ervoor zorgen dat uw kind snel wagenziek wordt. Daarom is het fijn om altijd een aantal spelletjes voor onderweg achter de hand te hebben! Simpele spellen voor in de auto kunnen een lange reis aangenaam en gezellig maken. Ze kunnen zelfs leerzaam zijn! We hebben vijf van onze favoriete spellen die zonder materiaal kunnen worden gespeeld op een rijtje gezet.
Het Alfabetspel
Een leuk en simpel auto spelletje voor onderweg! Bij het Alfabetspel gaan jullie samen het alfabet af, van a tot z. Bij elke letter moet er vanuit de auto iets buiten worden gezien wat met deze letter begint. Wie het eerst iets ziet en het roept, krijgt een punt. Hierna is de volgende letter aan de beurt.
Bijvoorbeeld:
Het spel begint met de letter ‘a’. Vanaf de achterbank roept Tom meteen “Antenne!”, wijzend naar de auto die voorbij rijdt met, inderdaad, een antenne op het dak. Een punt voor Tom! Hierna is de letter ‘b’ aan de beurt. Je kijkt voor je uit op de weg, en ziet een bocht aankomen. ‘Bocht!’, roep je, waardoor de stand weer gelijk is, en de letter ‘c’ aan de beurt is. Jullie kunnen nu samen op zoek naar een camper, caravan, carwash, carpool, een Citroën, of wat dan ook! Als een letter te lang duurt, mag hij uiteraard overgeslagen worden.
Het Dierenspel
Een gezellig autospelletje dat zonder materiaal kan worden gespeeld, en erg simpel uit te leggen is, is het Dierenspel. Bij dit spel zegt iemand een dier, waarna de volgende persoon een dier moet zeggen dat begint met dezelfde letter als waar het vorige dier mee eindigde. Het spel eindigt als iemand echt niks meer kan verzinnen, of als de bestemming bereikt is!
Bijvoorbeeld:
Tom mag beginnen. Hij zegt meteen zijn lievelingsdier: ‘Otter!’ Hierna is Rebecca aan de beurt. Omdat ‘otter’ eindigt met de letter ‘r’, moet zij een dier zeggen dat begint met de letter ‘r’. Ze zegt: ‘Regenworm!’. Hierna ben jij zelf aan de beurt. Kun je meteen een dier met de letter ‘m’ verzinnen, of mot je diep nadenken?
Dit simpele spelletje voor onderweg is in allerlei varianten te spelen. Zo kan je makkelijk dieren vervangen door voedsel, plaatsnamen en landen, personen, voorwerpen en nog veel meer!
Iemand In Je Hoofd
Dit spelletje voor onderweg mag natuurlijk niet bij onze favorieten ontbreken! Dit eenvoudige spelletje kan echte hersenkrakers opleveren, en kan voor uren speelplezier zorgen. In het begin van het spel neemt iemand een persoon, of een fictief figuur met een naam (zoals Donald Duck) in zijn of haar hoofd. Het is wel de bedoeling dat iedereen in de auto de persoon kent. De rest van de aanwezigen in de auto moeten zien te raden wie het is, maar mogen alleen vragen stellen die op ‘ja’ of ‘nee’ kunnen worden beantwoord. Op deze manier moet er steeds meer duidelijk worden over de persoon die geraden moet worden! Ook voor dit spelletje is geen materiaal nodig in de auto, dus het kan altijd gespeeld worden.
Bijvoorbeeld:
Rebecca heeft iemand in haar hoofd, dus de rest moet raden.
Tom vraagt: “Is het een mens?”
Rebecca: “Nee.”
Jij vraagt: “Is het een tekenfilmfiguurtje?”
Rebecca: “Ja!”
Tom: “Is het een Pokémon?
Rebecca: “Nee.”
Jij: “Iemand uit Sesamstraat?”
Rebecca: “Ja!”
Tom: “Oooh is het Tommie?!”
Rebecca: “Ja het is Tommie!”
Tom heeft het goed geraden, dus is hij nu aan de beurt iemand in zijn hoofd te nemen.
/
/
/
Verboden Woorden
Het verboden woordenspel is ook een makkelijk spelletje voor in de auto, dat lange reizen aangenamer kan maken. Hierbij spreek je met iedereen in de auto een aantal woorden af die niet meer gezegd mogen worden. Woorden als “ja” en “nee” zijn leuk, omdat ze erg moeilijk zijn, maar in principe kan je elke woord gebruiken voor dit spel!
Ik Zie Ik Zie Wat Jij Niet Ziet
Deze klassieker is een grote speler in de simpele spelletjes voor onderweg wereld. Voor dit spel zoekt iemand iets om zich heen met een bepaalde kleur, en deze zegt dan: “Ik zie ik zie wat jij niet ziet, en het is [kleur].” De rest mag dan raden wat diegene ziet in die kleur! Waar in de auto wel rekening mee moet worden gehouden, is dat er natuurlijk niet iets moet worden geraden waar je keihard voorbij zoeft in de auto. Dan zou het lastig worden dit te raden natuurlijk…
Bijvoorbeeld:
Tom: “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, en het is BLAUW!”
Rebecca: “Mijn ogen?”
Tom: “Nee.”
Jij: “Verkeersborden?”
Tom: “Nee.”
Rebecca: “De lucht?”
Tom: “JA!”